De opbrengst van dit boek gaat naar de Hersenstichting.  

De Wende

“Laten we erom dobbelen”, zei Astrid…

Normaal gesproken niet meer dan een detail, maar voor Mark bepalend voor zijn verdere leven en daarmee dat van Renée en hun beide kinderen. Twintig jaar later verongelukken Astrid en Wim en raken hun kinderen,  Dagmar en Wout, zwaargewond.

"Verdwaald in een woud van wanhoop zocht ik een weg om mezelf en ons gezin te beschermen tegen de dreigende verwoesting van deze onheilstijding. Koortsachtige verkenning van mogelijkheden bood geen oplossing."

Als Mark aan het eind van een sportieve dag contact opneemt met zijn vrouw Renée, wordt hij geconfronteerd met het lot dat Dagmar en Wout getroffen heeft. Mark en Renée worden belast met de zorg voor de aan de dood ontsnapte en getraumatiseerde kinderen. Er ontrolt zich een scenario waaraan niet te ontsnappen valt...

 

"We kwamen tot de slotsom dat we het exclusieve voorrecht om langs natuurlijke weg een gezin te vormen kwijtgeraakt waren. We stonden voor de taak de bestaande haven te dempen om samen een nieuw en veilig toevluchtsoord vorm te geven."

De revalidatie van Dagmar en Wout vraagt het uiterste. Ook voor de eigen kinderen, Douwe en Willem, staat de veilig gewaande wereld in het teken van blijvend verlies. Dankzij een breed netwerk weten Mark en Renée zich staande te houden in een wereld vol procedures en regels. Wat ze niet kunnen vermoeden is dat er een twintigjarig gevecht om erkenning en genoegdoening volgt. 

Ze bewandelen een pad waarop ze zich laten leiden door hun geloof in elkaar, de hoop op een goede afloop en onvoorwaardelijke liefde. Een tocht langs randen van wat gewoon gevonden wordt. Een verrassende reis vol spanningen, leidend tot een gehoopt en tegelijk onverwacht resultaat.  

Een verhaal waarin geloof, hoop en liefde, naast blijvend verdriet, leiden tot herstel.